Sylvia Day
Amazon icon Book Bub icon Booksprout icon Email icon Facebook icon Goodreads icon Globe icon Instagram icon My Sylvia Day icon Periscope icon Pinterest icon RSS icon SMS icon Snapchat icon Tumblr icon Twitter icon Vine icon TikTok icon Youtube icon
Read an Excerpt →

Jun 1, 2013  •  A. W. Bruna  •  9789400502406

Dutch Excerpt

Read the English excerpt →

Taxichauffeurs in New York waren een slag apart. Met ware doodsverachting zwenkten ze pijlsnel met haast onnatuurlijke kalmte door de drukke straten. Om niet gek te worden had ik mezelf aangeleerd om me op het schermpje van mijn smart­ phone te concentreren in plaats van op de auto’s, die maar een paar centimeter van me vandaan voorbij zoefden. Wanneer ik een keer de fout maakte om er wel op te letten, zat ik al gauw met mijn rechtervoet hard tegen de bodem te drukken, omdat mijn lichaam instinctief probeerde op de rem te trappen.

Maar voor deze ene keer had ik geen a eiding nodig. Ik plakte van het zweet door een intense Krav Maga-­les en het duizelde in mijn hoofd van de gedachten over wat de man van wie ik hield, had gedaan.

Gideon Cross. Alleen al bij de gedachte aan zijn naam ging er een hete opwelling van verlangen door mijn strakgespannen lijf. Al sinds de eerste keer dat ik hem zag – toen ik door zijn verbluffende en ongelooflijk mooie buitenkant heen zag dat hij iets duisters en gevaarlijks in zich droeg – voelde ik de aantrek­kingskracht die het gevolg was van het feit dat ik de andere helft van mezelf had gevonden. Ik kon niet zonder hem, net zomin als ik zonder het kloppen van mijn hart kon, en hij had zichzelf en zijn toekomst op het spel gezet, álles geriskeerd, voor mij.

Het geloei van een claxon bracht me met een schok weer te­ rug in het heden.

Door de voorruit zag ik mijn huisgenoot stralend naar me glimlachen vanaf een reclamebord op de zijkant van een bus. Cary Taylors lippen waren verleidelijk omgekruld en zijn lan­ ge, slanke gestalte blokkeerde het kruispunt. De taxichauffeur drukte een paar keer op zijn claxon, alsof dat de weg vrij zou maken.

Vergeet het maar. Cary ging niet opzij en daardoor kwam ik ook niet verder. Hij lag languit op zijn zij, met ontblote borst­ kas en blote voeten, en zijn spijkerbroek was open geknoopt zodat de band van zijn onderbroek en de gladde lijnen van zijn golvende buikspieren zichtbaar waren. Zijn donkerbruine haar zat sexy slordig en zijn smaragdgroene ogen fonkelden ondeu­gend.

Plotseling drong het tot me door dat ik een vreselijk geheim had dat ik niet aan mijn beste vriend zou kunnen vertellen.

Cary was mijn anker, het verstandige stemmetje in mijn hoofd, mijn favoriete schouder om op te leunen, en in elk be­ langrijk opzicht was hij als een broer voor me. Ik haatte het idee dat ik moest verzwijgen wat Gideon voor me had gedaan.

Ik wilde er wanhopig graag over praten, hulp vragen om dingen op een rijtje te zetten, maar ik zou het nooit aan iemand kunnen vertellen. Zelfs onze therapeut kon op ethische en wet­telijke gronden verplicht worden om onze vertrouwelijkheid te verbreken.

Er verscheen een potige verkeersagent met een neonkleurig hesje aan die de bus naar de daarvoor bestemde rijbaan diri­geerde, met een gezaghebbende, witgehandschoende hand en een gebrul waar niet mee te spotten viel. Hij gebaarde ons het kruispunt over, vlak voordat het licht op rood sprong. Ik liet me achterovervallen, met mijn armen om mijn middel, en schommelde heen en weer.

Het was maar een kort ritje van Gideons penthouse op 5th Avenue naar mijn appartement aan de Upper West Side, maar op een of andere manier leek het wel een eeuwigheid te duren. De informatie die rechercheur Shelley Graves van de New Yorkse politie me een paar uur eerder had gegeven, had mijn leven veranderd.

Het had me ook gedwongen om de enige persoon zonder wie ik niet kon, achter te laten.

Ik had Gideon alleen gelaten omdat ik de motieven van Graves niet kon vertrouwen. Ik kon niet het risico nemen dat ze me haar vermoedens alleen maar had verteld om te kijken of ik meteen naar hem toe zou rennen, waarmee ik zou bewij­zen dat zijn breuk met mij slechts een goed doordachte leugen was.

O god. Mijn hart ging tekeer van alle emoties die ik voelde. Gideon had me nodig, net zoveel als – zo niet meer dan – ik hem nodig had. En toch was ik weggelopen.

Het verdriet in zijn ogen toen de deuren van zijn privélift ons hadden gescheiden, had me van binnen verscheurd.

Gideon.

De taxi reed de hoek om en stopte voor mijn appartementen­ gebouw. De nachtportier deed het portier van de auto open voor ik tegen de chauffeur kon zeggen dat hij moest omkeren en me weer terug moest brengen, en de drukkende augustus­ warmte stroomde naar binnen en verjoeg de koelte van de airco.

‘Goedenavond, Miss Tramell.’ Bij zijn begroeting tikte de portier zijn pet aan en wachtte geduldig terwijl ik mijn credit­ card doorhaalde. Toen ik klaar was met betalen, liet ik me door hem uit de taxi helpen, en ik voelde hoe zijn blik discreet over mijn door tranen besmeurde gezicht gleed.

Ik glimlachte alsof alles in orde was, stoof de hal in en liep recht naar de li , terwijl ik met een kort handgebaar de men­ sen achter de receptiebalie groette.

‘Eva!’

Ik draaide mijn hoofd om en zag een ranke brunette in een stijlvol ensemble van rok en blouse overeind komen in de zit­ hoek van de hal. Haar donkere haar viel in dikke golven om haar schouders en een glimlach sierde haar volle lippen, die glanzend roze waren. Ik fronste, want ik kende haar niet.

‘Ja?’ antwoordde ik, plotseling op mijn hoede. Ze had een gretige glans in haar donkere ogen waarvan mijn haar recht­ overeind ging staan. Ook al voelde ik me afgeleefd en zag ik er waarschijnlijk ook zo uit, toch rechtte ik mijn schouders en draaide me naar haar toe.

‘Deanna Johnson,’ zei ze en ze stak een gemanicuurde hand uit. ‘Freelance verslaggever.’

Ik trok een wenkbrauw op. ‘Hallo.’

Ze lachte. ‘Je hoe niet zo argwanend te zijn, hoor. Ik wil al­leen maar even met je babbelen. Ik ben met een verhaal bezig en ik zou je hulp wel kunnen gebruiken.’

‘Neem me niet kwalijk, maar ik kan niets bedenken waar ik met een verslaggever over wil praten.’

‘Zelfs niet over Gideon Cross?’

De haren in mijn nek prikten. ‘Vooral niet over hem.’

Als een van de rijkste vijfentwintig mannen ter wereld, met

een vastgoedportefeuille in New York die zo uitgebreid was dat het nauwelijks te bevatten was, was Gideon altijd nieuws. Maar het was ook nieuws dat hij mij had gedumpt en weer met zijn ex­-verloofde ging.

Deanna sloeg haar armen over elkaar, waardoor haar decol­leté nog beter uitkwam, iets waar ik alleen maar aandacht voor had doordat ik haar opnieuw opnam, maar nu zorgvuldiger.

‘Ach toe,’ probeerde ze. ‘Ik kan je naam eruit laten, Eva. Ik zal niets gebruiken waar je aan te herkennen bent. Dit is je kans om het hem betaald te zetten.’

Het voelde alsof er een steen op mijn maag lag. Ze was pre­cies Gideons type: lang, slank, met donker haar en een goud­ kleurige huid. Heel anders dan ik.

‘Weet je zeker dat dat de weg is die je wilt bewandelen?’ vroeg ik, instinctief aanvoelend dat ze in het verleden ooit eens met mijn man had geneukt. ‘Hij is niet iemand die ik graag tegen me zou willen hebben.’

‘Ben je bang voor hem?’ vroeg ze fel. ‘Ik niet, hoor. Zijn geld gee hem nog niet het recht om maar alles te doen wat hij wil.’ Ik haalde langzaam en diep adem, en herinnerde me dat Dr. Terrence Lucas (nog iemand die met Gideon overhoop lag) ook iets dergelijks tegen me had gezegd. Ook al wist ik nu waartoe Gideon in staat was, hoever hij zou gaan om me te beschermen, ik kon evengoed eerlijk en zonder voorbehoud zeggen: ‘Nee, ik ben niet bang. Maar ik heb geleerd dat het soms beter is om er niet tegen te vechten. Gewoon mijn leven weer oppakken is de beste wraak.’

Ze stak haar kin omhoog. ‘We hebben niet allemaal een rockster achter de hand.’

‘Het is goed met je.’ Ik zuchtte inwendig toen ze mijn ex, Brett Kline, noemde. Hij was de frontman van een band die op het punt stond om door te breken en een van de meest sexy mannen die ik ooit had ontmoet. Net als Gideon straalde hij sexappeal uit als een hittegolf. Maar anders dan Gideon was hij niet de liefde van mijn leven. Van hem zou ik voortaan a lij­ ven.

‘Luister.’ Deanna haalde een visitekaartje uit een zak van haar rok. ‘Nog even en dan kom je erachter dat Gideon Cross je hee gebruikt om Corinne Giroux zo jaloers te maken dat ze hem terug wilde. Als je het eindelijk ook door krijgt, kun je me bellen. Ik wacht wel.’

Ik nam het kaartje aan. ‘Waarom denk je dat ik iets weet wat het waard is om te vertellen?’

Haar volle mond werd dunner. ‘Omdat, wat Cross’ beweegre­ den ook was om het met jou aan te leggen, je hem toch hebt weten te raken. De koele kikker is een beetje ontdooid voor jou.’

‘Misschien wel, maar het is uit.’

‘Dat betekent niet dat je niet iets weet, Eva. Ik kan je helpen uit te vogelen wat nieuwswaarde hee .’

‘Waarom doe je dit?’ Ik zou verdomme niet zomaar toelaten dat iemand Gideon onder vuur nam. Als zij vastbesloten was een bedreiging voor hem te vormen, was ik vastbesloten haar de pas af te snijden.

‘Er zit een duistere kant aan die man.’

‘Hebben we die niet allemaal?’ Wat had ze gezien van Gide­ on? Wat had hij haar laten zien in de loop van hun... verbinte­nis? Als ze die hadden gehad.

Ik vroeg me af of ik ooit het punt zou bereiken dat ik niet moordend jaloers was bij de gedachte dat Gideon intiem was met een andere vrouw.

‘Waarom gaan we niet ergens heen om te praten?’ probeerde ze me over te halen.

Ik wierp een blik op de medewerker achter de balie, die ons heel omstandig beleefd aan het negeren was. Ik was emotioneel gezien nog te rauw om nu met Deanna af te rekenen, en was nog aan het bijkomen van het gesprek met rechercheur Graves.

‘Misschien een andere keer,’ zei ik. Ik hield de mogelijkheid open omdat ik van plan was om haar in de gaten te houden. Alsof hij mijn ongemak aanvoelde, kwam Chad, een van de mensen van de nachtploeg achter de balie, naar ons toe.

‘Ms. Johnson ging net weg,’ zei ik tegen hem en ik ontspande me bewust. Als rechercheur Graves niets had weten te vinden om Gideon op te pakken, zou een nieuwsgierige freelance ver­ slaggever het heus niet beter doen.

Helaas wist ik maar al te goed wat voor soort informatie er door de politie allemaal kon worden gelekt. Mijn vader, Victor Reyes, was politieagent en ik had er genoeg verhalen over ge­hoord.

Ik draaide me om naar de li en. ‘Goedenavond, Deanna.’ ‘Ik kom nog wel een keer langs,’ riep ze me na.

Ik stapte de li in en drukte op het knopje voor mijn verdie­ping. Toen de deuren dicht gleden, liet ik me tegen de reling zakken. Ik moest Gideon waarschuwen, maar ik kon hem met geen mogelijkheid te pakken krijgen zonder dat het getraceerd kon worden.

De pijn in mijn borst werd heviger. Wat was onze relatie toch een klerezooi. We konden niet eens met elkaar praten.

Op mijn verdieping stapte ik uit de li en ging mijn apparte­ment binnen. Ik liep door de ruime woonkamer en liet mijn tas op een van de barkrukken bij de keuken vallen. Het uitzicht op Manhattan dat te zien was door de ramen die van de vloer tot het plafond liepen, kon me niet opvrolijken. Ik was te onrustig om aandacht te hebben voor waar ik was. Het enige wat ertoe deed, was dat ik niet bij Gideon was.

Terwijl ik de gang door naar mijn slaapkamer liep, hoorde ik muziek uit de kamer van Cary komen. Had hij bezoek? En zo ja, wie dan? Mijn beste vriend had besloten dat hij ging probe­ ren twee relaties tegelijk in de lucht te houden, een met een vrouw die hem accepteerde zoals hij was, en een met een man die er een hekel aan had dat Cary iets met iemand anders had.

Ik liet mijn kleren op weg naar de douche op de badkamer­ vloer vallen. Terwijl ik me inzeepte, was het onmogelijk om niet te denken aan alle keren dat ik samen met Gideon ge­ doucht had en waarbij onze lust naar elkaar tot hevig erotische ontmoetingen had geleid. Ik miste hem zo. Ik kon niet zonder zijn aanraking, zijn verlangen, zijn liefde. Mijn verlangen daar­ naar was een knagende honger die me rusteloos en prikkelbaar maakte. Ik had geen idee hoe ik in slaap moest komen als ik niet wist wanneer ik weer de kans zou krijgen om met Gideon te praten. Er was zoveel dat uitgesproken moest worden.

Ik sloeg een handdoek om me heen en liep de badkamer uit...

Gideon stond vlak naast mijn gesloten slaapkamerdeur. Hoe hij eruitzag, wekte zo’n abrupte reactie bij me op dat het wel een fysieke klap leek. Mijn adem stokte en mijn hart begon met een opgewonden ritme te kloppen. Mijn hele wezen reageerde op hem met een krachtige hunkering. Het voelde alsof het ja­ ren geleden was dat ik voor het laatst bij hem was geweest, in plaats van slechts een uur.

Ik had hem een sleutel gegeven, maar hij was ook eigenaar van het gebouw. Door dat voordeel kon hij me bereiken zonder een spoor achter te laten... zo had hij Nathan ook weten te be­ reiken.

‘Het is gevaarlijk voor je om hier te zijn,’ zei ik. Dat weerhield me er niet van om door het dolle heen te zijn dat hij er was. Ik dronk zijn beeld in me op met mijn ogen, die ik begerig over zijn slanke, breedgeschouderde gestalte liet zwerven.

Hij had een zwarte trainingsbroek en een geliefd Columbia­ sweatshirt aan, een combinatie die hem eruit liet zien als de achtentwintigjarige man die hij was en niet als de miljardair­ mogol zoals de rest van de wereld hem kende. Een Yankees­ petje was laag over zijn voorhoofd getrokken, maar de schaduw van de klep maakte zijn ogen er niet minder opvallend blauw van. Ze keken me fel aan en zijn lippen waren tot een grim­mige lijn vertrokken. ‘Ik kon niet wegblijven.’

Gideon Cross was een onmogelijk mooie man, zo knap dat mensen bleven staan kijken als hij voorbijliep. Ik had hem ooit gezien als een seksgod, en de veelvuldige (en enthousiaste) de­monstraties van zijn kunnen bewezen telkens weer dat ik gelijk had. Maar ik wist ook dat hij maar al te menselijk was. Net als ik was hij beschadigd.

De kans leek klein dat we het samen gingen redden.

Ik haalde diep adem en mijn lichaam reageerde op de nabij­heid van dat van hem. Ook al stond hij een paar meter bij me vandaan, toch kon ik de bedwelmende aantrekkingskracht voelen, het magnetisme dat ik voelde door dicht bij de andere hel van mijn ziel te zijn. Zo was het al tussen ons vanaf de allereerste keer dat we elkaar zagen, toen we allebei onweer­staanbaar naar elkaar toe werden getrokken. We hadden onze woeste wederzijdse fascinatie voor lust aangezien, tot we besef­ten dat we zonder de ander niet konden ademen.

Ik vocht tegen de impuls om hem in de armen te vliegen, waar ik zo wanhopig graag wilde zijn. Maar hij was te stil, te ingehouden. Ik wachtte vol ongeduld op zijn teken.

Mijn god, wat hield ik van hem.

Hij balde zijn handen tot vuisten langs zijn zij. ‘Ik kan niet zonder je.’

Mijn binnenste trok samen in reactie op het ruige randje in zijn stem, het raspende geluid dat zo warm en zinnelijk was.

‘Je hoe er niet zo vrolijk bij te klinken,’ plaagde ik ademloos, in een poging hem in een iets betere stemming te krijgen voor­ dat ik straks onder hem zou liggen.

Ik vond het heerlijk als hij ruw was en ik vond het heerlijk als hij teder was. Ik zou hem nemen hoe ik hem maar kon krijgen, maar het was zo lang geleden... Mijn huid tintelde en werd al verwachtingsvol strak, begerig naar de gretige eerbied waar­ mee hij me zou aanraken. Ik was bang voor wat er zou gebeu­ren als hij me met volle kracht zou nemen als ik zo uitgehon­gerd naar zijn lichaam verlangde. Misschien zouden we elkaar wel aan stukken scheuren.

‘Ik ga eraan onderdoor,’ zei hij bruut. ‘Als ik niet bij je ben en je moet missen. Het voelt verdomme alsof mijn hele geestelijk welzijn van jou afhankelijk is, Eva, en jij wilt dat ik daar blíj om ben?’

Mijn tong schoot naar buiten om mijn droge lippen te be­vochtigen en hij gromde, waardoor ik huiverde. ‘Nou... ík ben er wel blij om.’

Zijn houding werd zichtbaar minder gespannen. Hij moest vreselijk bezorgd zijn geweest over hoe ik zou reageren op wat hij voor me had gedaan. Eerlijk gezegd was ík bezorgd geweest. Betekende mijn dankbaarheid dat ik gestoorder was dan ik besefte?

Toen herinnerde ik me de handen van mijn stiefbroer over mijn hele lichaam... zijn gewicht dat me de matras in drukte... de verscheurende pijn tussen mijn benen terwijl hij steeds weer bij me naar binnen ramde...

Ik beefde van hernieuwde woede. Als ik gestoord was omdat ik blij was dat die klootzak dood was, dan moest dat maar.

Gideon haalde diep adem. Hij ging met zijn hand omhoog naar zijn borst en wreef over het gebied boven zijn hart, alsof het daar pijn deed.

‘Ik hou van je,’ zei ik tegen hem en mijn ogen prikten van de verse tranen. ‘Ik hou zoveel van je.’

‘Engel.’ Hij was met een paar snelle stappen bij me, liet zijn sleutels op de grond vallen en schoof allebei zijn handen door mijn vochtige haar. Hij beefde en ik huilde, overweldigd door het besef hoe hard hij me nodig had.

Gideon hield mijn hoofd schuin onder de hoek waar hij me wilde, en nam met verschroeiende hartstocht bezit van mijn mond, waarbij hij me proefde met langzame, diepe halen van zijn tong. Zijn begeerte en hunkering schoten door al mijn zintuigen heen en ik jammerde, met mijn handen verstrikt in zijn sweatshirt. Zijn grommende reactie trilde dwars door me heen, waardoor mijn tepels strak gingen staan en ik over mijn hele huid kippenvel kreeg.

Ik versmolt met hem en duwde de pet van zijn hoofd zodat ik mijn vingers door zijn zijdeachtige zwarte manen kon laten glijden. Ik gaf me volledig over aan de kus, weggevaagd door de zwoele zinnelijkheid ervan. Er ontsnapte me een snik.

‘Niet doen,’ hijgde hij en hij trok zich terug zodat hij mijn kaak in zijn hand kon nemen. Hij keek in mijn ogen. ‘Ik kan er niet tegen als je huilt.’

‘Het is te veel.’ Ik beefde.

Zijn prachtige ogen zagen er net zo vermoeid uit als die van mij. Hij knikte grimmig. ‘Wat ik heb gedaan...’

‘Nee, dat niet. Wat ik voor je voel.’

Hij wreef het puntje van zijn neus tegen me aan en hij liet zijn handen teder over mijn blote armen glijden; handen met spreekwoordelijk bloed eraan, waardoor ik zijn aanraking al­ leen maar heerlijker vond.

‘Dank je wel,’ uisterde ik.

Hij deed zijn ogen dicht. ‘Jezus, toen je vannacht wegging... ik wist niet of je terug zou komen... of ik je kwijt was...’

‘Ik kan ook niet zonder jou, Gideon.’

‘Ik ga me niet verontschuldigen. Ik zou het zo weer doen.’ Zijn greep op mijn arm werd steviger. ‘De andere mogelijkhe­ den waren een straatverbod, verhoogde beveiligingsmaatrege­ len, waakzaamheid... voor de rest van je leven. Er was geen garantie dat je veilig zou zijn tenzij Nathan dood was.’

‘Je hebt me van je afgezonderd, buitengesloten. Jij en ik...’

‘Voor altijd.’ Hij drukte zijn vingertoppen tegen mijn ge­ opende lippen. ‘Het is voorbij, Eva. Het hee geen zin om ruzie te maken over dingen die niet meer veranderd kunnen wor­ den.’

Ik veegde zijn hand opzij. ‘Ja, maar ís het over? Kunnen we nu samen zijn of zijn we nog steeds bezig onze relatie voor de politie te verbergen? Hébben we eigenlijk wel een relatie?’

Gideon keek me doordringend aan en liet me zijn pijn en angst zien, zonder iets te verbergen. ‘Daarom ben ik hier, om dat aan jou te vragen.’

‘Als het aan mij ligt, laat ik je nooit gaan,’ zei ik fel. ‘Nooit.’

Gideon liet zijn handen over mijn keel naar mijn schouders glijden en liet daarbij een brandend spoor op mijn huid achter. ‘Ik wil zo graag dat dat waar is,’ zei hij zacht. ‘Ik was bang dat je weg zou rennen... dat je bang zou zijn. Voor míj.’

‘Gideon, nee...’

‘Ik zou je nooit pijn doen.’

Ik pakte de band van zijn trainingsbroek en trok eraan, ook al kon ik hem niet van zijn plaats krijgen. ‘Dat wéét ik.’

En lichamelijk gezien had ik ook geen enkele twijfel; hij was altijd voorzichtig met me geweest, altijd op zijn hoede. Maar emotioneel gezien was mijn liefde uiterst nauwkeurig tegen me gebruikt. Ik vond het nog steeds moeilijk om het absolute ver­trouwen dat ik had in Gideons bewustzijn van mijn behoe es, te verenigen met de argwaan die het gevolg was van een gebro­ ken hart dat nog niet geheeld was.

‘O ja?’ Hij onderzocht mijn gezicht, als altijd gevoelig voor wat er niet werd gezegd. ‘Als ik je liet gaan, zou het mijn dood betekenen, maar ik zou je geen pijn doen om je te houden.’

‘Ik wil helemaal nergens heen.’

Hij ademde hoorbaar uit. ‘Mijn advocaten gaan morgen met de politie praten om een idee te krijgen van hoe de zaken er­ voor staan.’

Ik legde mijn hoofd in mijn nek en drukte mijn lippen zacht­ jes op die van hem. We waren aan het samenspannen om een misdaad te verhullen en ik zou liegen als ik zei dat het me niets deed – ik was tenslotte de dochter van een politieagent – maar het alternatief was te vreselijk om zelfs maar te overwegen.

‘Ik moet weten dat je kunt leven met wat ik heb gedaan,’ zei hij zacht, terwijl hij mijn haar om zijn vinger wond.

‘Ik denk het wel. Kun jij dat?’

Zijn mond vond die van mij weer. ‘Zolang ik jou heb, kan ik alles aan.’

Ik ging met mijn hand onder zijn sweatshirt, zocht en vond zijn warme, gebruinde huid. Zijn spieren waren hard en ge­ welfd onder mijn handen, zijn lichaam een verleidelijk man­ nelijk kunstwerk. Ik likte zijn lippen, greep met mijn tanden de volle ronding van zijn onderlip en beet er zachtjes in. Gideon kreunde. Het geluid van zijn genot gleed als een lie ozing over me heen.

‘Raak me aan.’ De woorden vormden een bevel, maar zijn toon vormde een smeekbede.

‘Dat doe ik.’

Hij ging met zijn hand achter zich, greep mijn pols en trok mijn hand naar voren. Hij stootte schaamteloos zijn pik in mijn handpalm, en bewoog heen en weer. Mijn vingers krom­ den zich om de dikke, zware staaf en mijn hart ging sneller kloppen bij het besef dat hij niets aan had onder zijn trainings­ broek.

‘Jezus,’ hijgde ik. ‘Ik word zo heet van je.’

Zijn blauwe ogen brandden op mijn gezicht; zijn wangen bloosden en zijn fraai gevormde lippen gingen uit elkaar. Hij probeerde het e ect dat ik op hem had nooit te verbergen, deed nooit alsof hij meer controle had over zijn reactie op mij dan ik had over mijn reactie op hem. Zijn dominantie in de slaapka­ mer werd er alleen maar opwindender door, omdat ik wist dat hij net zo weerloos was tegen de aantrekkingskracht die er tus­ sen ons bestond.

Mijn borstkas werd strakker. Ik kon nog steeds niet geloven dat hij van mij was, dat ik hem zo mocht zien, zo open en hon­ gerig en ongeloo ijk sexy...

Gideon trok mijn handdoek open. Hij haalde scherp adem toen deze de grond raakte en ik helemaal naakt voor hem stond. ‘O, Eva.’

Zijn stem was vol emotie, waardoor mijn ogen prikten. Hij rukte zijn shirt omhoog, trok het over zijn hoofd uit en gooide het opzij. Toen stak hij zijn hand naar me uit en stapte voor­ zichtig naar me toe, om het moment dat we elkaar met onze naakte huid zouden raken nog even uit te stellen.

Hij pakte mijn heupen met rusteloos grijpende vingers en hij ademde snel en hijgerig. De topjes van mijn borsten raakten hem het eerst, wat een plotselinge golf van sensatie door mijn lichaam joeg. Ik snakte naar adem. Hij perste me met een grom tegen zich aan, tilde mijn voeten van de vloer en droeg me achteruit naar het bed.

Browse Sylvias International Editions:

View Titles Sorted by Country · View Titles Sorted by Language